Waarom levensbeschouwelijke vorming

Groeien als mens

Door tijd te maken voor belangrijke verhalen, te horen over inzichten, hierbij stil te staan en te verbinden aan de inzichten die vanuit thuis worden meegegeven, krijgen kinderen de mogelijkheid na te denken en te ervaren wat deze input hen te zeggen heeft en wat ze daarvan vinden. Zo groeien ze als mens.

Een goed kompas

Kinderen ontwikkelen vaardigheden die te maken hebben met communicatie, reflectie en het zich bewust worden van de schoonheid van de verschillen, omdat overal sporen van waarheid in te vinden zijn.

Tegelijkertijd worden ze zich bewust dat niet alles goed is of juist. Zij ervaren grenzen die bestaan in een wereld waarin iedereen er mag zijn en die ervoor zorgen dat iedereen een mooi leven kan leven.

Ze kijken naar hoe mensen leven, vroeger en nu, in culturen ver weg en dichtbij. Ze horen wat het voor mensen betekent te leven met of zonder geloof in God of goden.

Ze beschouwen het leven en denken erover na. Daarbij ontwikkelen ze een kompas dat hen helpt en houvast geeft in een steeds veranderende wereld.

Geen direct meetbaar resultaat

Levensbeschouwelijke ontwikkeling is niet SMART te meten. Beoogde resultaten en doelen op een vast moment of na een bepaalde periode zijn per persoon verschillend en ook afhankelijk van de persoonlijke situatie waarin de leerlingen leven.

Bij het ontwikkelen van levensbeschouwing denken we in een proces waarbij we wel kunnen vaststellen wat er moet worden aangeboden, maar niet op welk moment het effect te meten is.

Levensbeschouwing en het religieuze

Religie heeft een heel aparte inhoud. Het gaat er veelal van uit dat er een wereld is die je niet kunt zien maar wel zou kunnen merken. Het is een mysterie dat aan de basis ligt van onze wereld en ons bestaan. Mensen geloven dat ze op de een of andere manier in verbinding staan met de ‘hemel’.

Naast het vak levensbeschouwing is er geen ander vak dat het religieuze thematiseert. Alleen dat zou al voldoende moeten zijn om het op het rooster te houden — ongeacht of je er in gelooft of niet.

Niet alles letterlijk

Het helpt heilige boeken niet te lezen als natuurwetenschappelijke of geschiedkundige teksten. Heilige boeken verwijzen per definitie naar het onzienlijke en onzegbare. Maar omdat mensen er toch over willen vertellen, zijn ze genoodzaakt woorden te gebruiken die ontleend zijn aan de wereld van de concrete dingen.

Ze hebben de bedoeling het mysterie voorstelbaar en voelbaar te maken. De woorden krijgen er in deze context dus een betekenis bij en moeten niet letterlijk, maar overdrachtelijk verstaan worden.

Het is geen fantasieverhaal, maar een manier om wat werkelijk wordt beleefd in woorden te vatten — tegelijk wetend dat het eigenlijk niet in woorden te vatten is.

Muziek en kunst zijn ook manieren om een verhaal te communiceren. Kijkend naar kunst, luisterend naar gedichten, maar ook door het beleven van stilte ervaren kinderen het bijzondere dat de ander wil doorgeven. Zo komen ze wellicht dichter bij hun eigen verhaal.

Waarom levensbeschouwelijke vorming vanuit katholiek-christelijk perspectief?

Kennis van het christendom

Deze kennis is onmisbaar om kunst en cultuur van de westerse wereld te verstaan. Die zijn immers veelal vanuit de christelijke godsdienstbeleving ontstaan.

Kinderen zien uitingen van christelijk handelen in de sport, waar sporters een kruisje slaan. In bijna iedere plaats staat wel een kerk. Dat is het meest voor de hand liggende argument.

Maar in onze samenleving is er meer reden dan dat. Het is immers een groot goed, wanneer we mensen met een godsdienst of levensbeschouwing kunnen respecteren.

Levensvragen

De grote vragen lijken voorbehouden aan volwassenen, maar ook kinderen leven ermee. De vragen komen op hen af door wat ze meemaken:

  • De vraag naar de zin en de betekenis van het bestaan en het bestaan van de wereld.
  • De vraag of er méér is dan het zichtbare alleen.
  • De vraag wat je plaats is in het grotere geheel van deze wereld.
  • De vraag waardoor ze zich laten leiden en welke idealen ze willen volgen.
  • De vraag:

    “Waar was ik vóór mijn geboorte en waar blijf ik na mijn dood?”

In de Bijbelverhalen zoeken mensen naar antwoorden. Ze vertellen over wat ze geloven. De verhalen bieden dus antwoorden van mensen. Dit zijn niet voor iedereen dé antwoorden, maar verschillende antwoorden kunnen kinderen helpen een eigen antwoord te vinden op de grote vragen die zich in het leven voordoen.